top of page
Zoeken
lisettebastiaansen7

Over prestatiedruk en de toekomst van mijn zoon

05-10-2023

Door: Dr. Lisette Bastiaansen


Nauwelijks bijgekomen van de schrik na het lezen van de absurde toelatingsprocedure bij een opleiding geneeskunde - alleen leerlingen met meer dan een 8,25 gemiddeld in klas 5 van het VWO zijn na het behalen van de ‘e-module’, de ‘voorbereidingsopdracht' en de ‘motivatietoets’ automatisch plaatsbaar; het overgrote deel van de wannabee-artsen, de groep zonder een 8,25 gemiddeld dus, heeft een kans van 1-op-3 om geneeskunde te gaan studeren en moet via onder andere een extra selectie-dag (naast de gewone toetsen) en het laten zien van een ‘passend portfolio’ zoals bijvoorbeeld het zijn van ‘topsporter of muzikant’ de toelatingscommissie van de universiteit overtuigen dat hij of zij een goede arts kan worden -, plopt afgelopen week een goedbedoeld schrijven van de school van mijn zoon in mijn mailbox op.

‘Jezelf goed verkopen is bij het vinden van een geschikte vervolgopleiding steeds belangrijker geworden’, zo kopt de brief. En dus moet er getraind worden. Assessments oefenen, selectiegesprekken voorbereiden, motivatiebrieven schrijven: de jongeren, die - voor alle duidelijkheid - in het toch al best pittige eindexamenjaar zitten, moeten keihard aan de bak. Willen ze tenminste een plek op de gewenste studie veroveren, zo stelt de school.

Ik ervaar plaatsvervangende levenskramp én plaatsvervangende schaamte. Waar zijn we mee bezig? Welke druk oefenen we op jonge mensen uit? Het lijkt haast moeilijker dan promoveren! (en dat was best een klus, weet ik uit eigen ervaring). Waarom heeft – klaarblijkelijk – niemand naar minister Dijkgraaf geluisterd? Hij en anderen (o.a. Trimbos-instituut) roepen al tijden, tegen dovemansoren blijkbaar, dat de druk van de ketel moet.

Ik verbaas en erger me nog even verder: hoezo jezelf en je CV op je 16e moeten pimpen? Waar is de tijd gebleven dat je als jong mens zo nu en dan mocht luieren, mocht lummelen en mocht oefenen met leven voordat de ‘echte wereld’ - meestal pas ná je studie - keihard toesloeg? En wat zeggen de cijfers in VWO5, met krap 16 jaar zijn de meesten nog niet eens droog achter de oren, in godsnaam over het feit of je een goede arts zult worden?

Ik kijk naar mijn zoon. Ik zie naast een wijze ziel een licht introvert, vrolijk, en aandachtig betrokken jongmens, die houdt van de wereld en die in relatieve kalmte het leven aan het verkennen is. Met zijn liefde voor de geneeskunst (hij roept al tien jaar dat hij arts wil worden) én met nog meer liefde voor oude mensen zit het wel goed - ‘ik wil ouderenarts worden want ik hou zo van die oude mensjes!’


Maar met die cijfers dan, gaat hij het daarmee redden? Helaas, geen 8,25 gemiddeld, en, nog een keer helaas, ook geen zwaar onderscheidend portfolio. Tenzij een bijbaantje in het lokale verzorgingshuis ook ‘telt’.


Ik zucht en probeer de ‘als-het-maar-gaat-lukken’ druk van míj́n schouders te laten glijden. Gelukkig is mijn zoon, zoals wel vaker, de meest wijze (pedagoog Klaus Prange betoogt dat het de kinderen zijn die de ouders opvoeden, en ja, dat klopt in dit geval zeker).

‘Don’t worry, geen stress mams. Komt goed. Ik word gewoon arts, trust me’. Ik knik, en absorbeer zijn bijna boeddhistische vertrouwen in het leven. Laten we inderdaad hopen, zo denk ik in stilte, dat dit keer niet het adagium ‘de beste wint’ maar ‘dat het goede moge gebeuren’ leidend is.


7 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Kommentare

Mit 0 von 5 Sternen bewertet.
Noch keine Ratings

Rating hinzufügen
bottom of page